Aldwin van de Ven

Toelichting

verdwijnen van kleur

door robbert welagen

het was rudi fuchs die me op mijn zeventiende duidelijk maakte – in een boek, welteverstaan, gekregen van een neef – dat er in de europese schilderkunst een typografische tweedeling bestaat. zuid-europa betekent het grote gebaar en virtuositeit, noord-europa eert het kleine verhaal en heeft een droge, stroeve beeldtaal. uiteraard chargeerde meneer fuchs en wellicht herinner ik me zijn woorden niet op de letter nauwkeurig – veertien verstreken jaren hebben recht op hun traditionele ‘ruis’ – toch geloof ik dat de bewering (die heus niet van meneer fuchs zelf is) nog steeds opgaat.
het helpt ons bij het kijken naar het werk van aldwin van de ven. zijn schilderijen, tekeningen en sculpturen zijn noord-europees te noemen. grote gebaren en dramatiek ontbreken. net als een virtuoze stijl en schreeuwerige kleuren. het werk heeft iets stroefs en droogs en boven alles is het ingetogen. een stille, tijdloze wereld wordt opgeroepen, in schemerig licht en vale kleuren. ik houd van vale kleuren. niet alleen in schilderijen, ook in kleding en gebruiksartikelen, zoals een etui. ik verbeeld me graag dat ‘de vale kleur’ is ontstaan omdat de zon er lang op heeft geschenen. er is veel tijd verstreken – laten we zeggen veertien jaar – en de zon heeft de kleur weggenomen. ik vind dat een mooie gedachte. ik denk dat het met de dood te maken heeft. in ieder geval met vergankelijkheid. en het blijkt een metafoor te zijn. de mens wordt geboren als een kleurrijk wezen, waar het leven alle kleur uit zal wegnemen. het is maar het beste hierin te berusten. wat zal protest uithalen, behalve het uitputten van je kostbare energie? je kleur zal erdoor nog sneller verschieten.
als u het mij vraagt zijn de dood en eenzaamheid in het werk van aldwin van de ven nooit ver weg. niet op de manier die ik zojuist schetste, juist op de tegenovergestelde manier (zonder aan kracht in te boeten): niet het vele zonlicht, maar een gebrek aan zonlicht beïnvloedt zijn kleurenpalet. mist, regen en wolken – in elke kleur is een grijstint verwerkt. ook dat is noord-europa. er hangt een sluier over met name de schilderijen. het zou best eens kunnen dat deze sluier het eigenlijke onderwerp van zijn werk is. als je de sluier oplicht, zou je geen scherp omlijnde voorwerpen, mensen en dieren aantreffen. als je de sluier optilt, zal er niets zijn.

  • nadat ik dit had opgeschreven ben ik gaan lunchen (twee boterhammen; de ene met ham, rucola en tomaat, de andere met roomboter en suikerloze abrikozenjam, en een kopje zwarte thee) en terwijl ik terugliep naar mijn schrijfplek, vroeg ik me af: is het werk van aldwin van de ven wel zo somber? is dat niet mijn projectie? we zien vogels, de aarde gezien vanaf de maan en een zelfportret als timmerman. deze onderwerpen zijn eerder speels en lichtzinnig, laconiek grappig of op een poëtische wijze open voor eigen interpretatie. maar somber? ieder kan erin zien wat hij wil. wat ik eerder opschreef, illustreert dit en zegt dan ook meer over mij dan over het werk.

    overigens, mijn eerste gedachte bij het werk van aldwin van de ven was: ik wil het hebben. ik houd mezelf graag voor dat ik geen hebberige materialist ben, toch voelde ik de behoefte om een paar van zijn doeken bij mij thuis op te hangen. waarom? ik voelde verwantschap. de koele, verwaterde kleuren zijn de kleuren waarvan ik houd. veel blauw, grijs, roze en lichtgroen. toch is het werk niet koud, maar warm van karakter. dat komt door de beeldtaal, die is helder kinderlijk en naar eenvoud strevend. en klungelig, op een charmante manier. op een jacques tati-achtige manier. (in het bijzonder monsieur hulot – en dan komen we weer uit bij de zon – ik bedoel als hij op vakantie gaat.) zoals tati’s werk op het eerste gezicht luchtig is, maar erachter gaat een sceptische en satirische blik op de mensheid schuil, zo is het ook met de lichtzinnigheid in dit werk. het suggereert veel, zonder dat ik de vinger kan leggen op wat hier nu precies aan de hand is. ondanks het dromerige karakter zijn de schilderijen toch concreet. het lijkt alsof er een miniatuurwereld is nagebootst. een hotelletje op een bergje of mensjes in een zwembad: het lijkt te behoren tot een verkleinde wereld waarin andere formaten gelden.

    toch, als ik weer naar het werk kijk en erover nadenk (nadenken is eigenlijk een te energieke bezigheid, ik bedoel meer zoiets als mijmeren) dan kom ik opnieuw uit bij het avontuur van de dood. of iets in die richting, laat ik zeggen het avontuur van eenzaamheid. ik kan het niet helpen. mijn gedachten komen tot de conclusie dat, los van de uiteenlopende onderwerpen, er in deze werken een wereld wordt opgeroepen die bezig is te verdwijnen. we zien hier geen vorm van leven die gaaf en perfect is. verre van. eerder fragiel en kwetsbaar. of anders verwoordt: zacht en leeg en poëtisch. laat ik het daarop houden. zacht en leeg en poëtisch.

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.